Loondoorbetaling feestdagen

Met een feestdag voor de boeg, is het goed om weer scherp te hebben hoe het ook alweer werkt met loondoorbetaling op een feestdag. Want hoe werkt het bijvoorbeeld als Koningsdag -zoals in 2024- op zaterdag valt, en volgend jaar op zondag?

Op de algemeen erkende feestdagen (art. 27 uitzend-cao) die vallen op zaterdag en/of zondag, is er geen loondoorbetalingsverplichting. Het is gebruikelijk dat als Koningsdag op een zondag valt, er dan een andere dag wordt gekozen om Koningsdag te vieren. Wordt er gekozen voor de zaterdag, dan geldt er geen loondoorbetalingsverplichting. Wordt er gekozen voor de maandag, dan is er wel een loondoorbetalingverplichting. De loondoorbetalingsverplichting geldt natuurlijk alleen als er aan de voorwaarden wordt voldaan.

Wanneer heeft de uitzendkracht recht op loondoorbetaling?

Mocht het zo zijn dat de uitzendkracht niet werkt op de feestdag terwijl dit wel had gekund, vervalt daarmee niet de loondoorbetalingsverplichting. Ook zul je bij een bedrijfssluiting, het alsnog uitroosteren of bij voorafgaand of aansluitend verlof, toch het loon moeten doorbetalen. Wanneer een uitzendovereenkomst wordt beëindigd en direct na de feestdag weer wordt hervat en er geen andere reden voor de onderbreking is, dan blijft het recht op loondoorbetaling bestaan.

Wanneer je uit o.a. de uitzendovereenkomst niet kunt herleiden of de feestdag normaliter een werkdag zou zijn, wordt er een feestdag toegekend als de uitzendkracht in een periode van 13 aaneengesloten weken voorafgaand aan de feestdag minstens 7 keer op die dag in de week werkzaam is geweest. Heeft de uitzendkracht nog geen 13 weken aaneengesloten gewerkt, dan heeft de uitzendkracht recht op loondoorbetaling wanneer de uitzendkracht van de gewerkte weken, meer dan de helft op die dag in de week gewerkt heeft.

Als er geen feitelijke arbeidsomvang is overeengekomen óf dat de werkelijke uren structureel afwijken van de overeengekomen arbeidsomvang dan moet berekend worden hoeveel feestdaguren er moeten worden uitbetaald.

Rekenvoorbeeld

Stel dat een uitzendkracht in de afgelopen 13 weken 8 keer op maandag heeft gewerkt en jij wilt bepalen op hoeveel uur loondoorbetaling de uitzendkracht recht op heeft op Pinkstermaandag, dan is de berekening als volgt:

Gewerkte maandagen afgelopen 13 weken: 8
Gewerkte uren op die maandagen in de afgelopen 13 weken: 44 uur

Er is dan recht op 44/8 = 5,5 uur

De fout die nogal eens wordt gemaakt is dat het totale aantal uren gedeeld wordt door 13, maar dit moet gedeeld worden door het aantal maandagen dat er daadwerkelijk is gewerkt, in dit voorbeeld dus 8.

Als er sprake is van een overeenkomst met uitzendbeding en er is voor het systeem gekozen dat iedere uitzendkracht een individuele reservering feestdagen opbouwt, dan moeten die 5,5 uur uitbetaald worden, mits het saldo van de persoonlijke reservering hoog genoeg is. Er hoeft nooit meer uitbetaald te worden dan wat er in “het potje” zit.

Is er sprake van een collectieve voorziening voor de feestdagen, of gaat het om een contract zonder uitzendbeding, dan is er recht op de in dit voorbeeld berekende 5,5 uur aan doorbetaling voor de feestdag.

Welk loon doorbetalen?

Er is recht op de doorbetaling van het feitelijk loon. Dit betekent dat het toeslagdeel van bijv. de ORT-uren niet meegeteld hoeft te worden. Het 100% gedeelte van deze ORT-uren telt uiteraard wel mee. Overuren worden hier in principe niet in meegenomen, tenzij het structurele overuren zijn. Wanneer er exact sprake is van structurele overuren is niet gedefinieerd in de uitzend-cao. Met gezond verstand is dat in de meeste gevallen wel vast te stellen, maar er is wel een grijs gebied(je).